Postactieven PXL

Een rasechte Latijniër

The New York Times
27 december 2020
Margalit Fox

Reginald Foster, Vaticaanse Latinist die tweette in die taal, sterft op 81-jarige leeftijd

Pater Foster, een van 's werelds prominentste experts op het gebied van Latijn, was een monnik die eruitzag als een stuwadoor [=lader en losser van zeeschepen], gekleed was als conciërge en vloekte als een zeeman.

Reginald Foster

Je hoeft niet mentaal uitmuntend te zijn om Latijn te kennen. Prostituees, bedelaars en pooiers in Rome spraken Latijn. Dat is bemoedigend voor ons.


Reginald Foster, een voormalige loodgietersleerjongen uit Wisconsin was vier decennia lang de officiële Latinist van het Vaticaan. Hij droomde in het Latijn, vloekte in het Latijn, bankierde in het Latijn en uiteindelijk tweette hij in het Latijn. Hij stierf op eerste kerstdag in een verzorgingstehuis in Milwaukee. Hij was LXXXI.

Zijn dood werd bevestigd door het Vaticaan. Hij was twee weken geleden positief getest op het coronavirus, zo meldde The Milwaukee Journal Sentinel.

Pater Foster, een rooms-katholieke priester, werd beschouwd als de belangrijkste Latinist in Rome en, meer dan waarschijnlijk, ter wereld. Hij was van 1969 tot zijn pensionering in 2009 verbonden aan het Bureau voor Latijnse Letteren van het Staatssecretariaat van het Vaticaan. Vanwege zijn lange levensduur en zijn bijna bovennatuurlijke vaardigheid met de taal, was hij tegen het einde van zijn ambtsperiode het de facto hoofd van dat bureau, dat een team van een half dozijn vertalers omvat.

Als u tot hier hebt gelezen, dan verwacht u een monastieke asceet, maar dan wordt u nu paradijselijk teleurgesteld. Pater Foster was inderdaad een monnik - hij was lid van de Ongeschoeide Karmelietenorde - maar hij was een monnik die eruitzag als een stuwadoor, gekleed ging als conciërge, vloekte als een zeeman (meestal in het Latijn). En die Latijn sprak met de welbespraaktheid van een Romeins redenaar.

Hij diende vier pausen - Paulus VI, Johannes Paulus I en II, en Benedictus XVI - bij het opstellen van originele documenten in het Latijn - nog steeds de officiële taal van het Vaticaan- en het vertalen van hun toespraken en andere geschriften in het Latijn vanuit een reeks pauselijke talen. (Hij sprak ook vloeiend Italiaans, Duits en Grieks.)

Voor de nieuwsmedia was hij een eeuwigdurend levendig onderwerp: voor hen was pater Foster de Koning van het Latijn. Voor Radio Vaticaan die geregeld een zeer breedvoerig stuk (in het Engels) uitzond over hemzelf, was hij de The Latin Lover.

Voor de fanatiek toegewijde, zij het lichtjes uitgeputte studenten die naar Rome kwamen om bij hem te studeren, was pater Foster een leermeester die liefdevol bekend stond als Reginaldus.

"Je zult worden uitgekozen om vragen te beantwoorden", vertelde hij in 2007 aan The Sunday Telegraph of London, waar hij zijn pedagogiek beschreef. "Als je het verprutst, zal de paus je laten verdwijnen. Hij kan dat, dat weet je."

Voor bijna iedereen die hem ontmoette, was hij een dolende ridder, die op bewonderenswaardige wijze, zij het eigenzinnig, evangeliseerde voor de taal die hij als zijn moedertaal beschouwde.

"Je kunt St. Augustinus niet begrijpen in het Engels", verklaarde pater Foster aan The Telegraph met karakteristieke eigengerechtige autoriteit. Hij dacht in het Latijn. "Het is alsof je naar Mozart luistert via een jukebox."

Pater Foster was ongegeneerd borrelminnend ('bibulous', van het Latijnse bibere, “drinken”), ontvlambaar ('combustible' van combustibilis), sikeneurig ('dyspeptic', een Grieks woord, maar onbetwistbaar toepasselijk); kakofonisch (hij behoorde gedeeltelijk tot een stille orde, een toestand die hij buiten het klooster ruimschoots compenseerde). Hij was ondiplomatisch (in interviews had hij allerlei adviezen voor zijn hoge bazen, en om geen enkel daarvan was gevraagd). En hij was meer dan een kleine beetje rebel: in de beslotenheid van zijn kloostercel, zo vertelde hij in 1998 aan The Minneapolis Star Tribune, droeg hij graag de mis op gekleed zoals hij was op de dag dat hij werd geboren. "Ik ben een nudist," zei hij. "Als God dat niet leuk vindt - sorry."

Het Vaticaan vond in ieder geval dat het niet zonder hem kon. Telkens weer wendde het zich tot Pater Foster als er een encycliek moest worden vertaald, een felicitatiebrief aan een kardinaal of bisschop moest worden geschreven, een moderne term, zoals 'microchip', die schreeuwde om een Latijns equivalent (hij koos voor assula minutula electrica: 'kleine elektrisch schijfje). Nadat Johannes Paulus II een rookverbod in Vaticaanstad had goedgekeurd, moest er een bord worden opgehangen: de door Foster voorgestelde formulering: Vetatur Fumare.

Zelfs toen hij met pensioen was - hij vestigde zich in 2009 in Milwaukee - ging pater Foster door met het voorbereiden van de 140-tekens tellende boodschappen die uitgestuurd werden van het Latijnse Twitter-account van Benedictus, @Pontifex_ln.

Hoewel het Latijn al meer dan een millennium lang niet meer in de dagelijkse omgang gebruikt wordt, waren de berichten over de dood van dat Latijn voor pater Foster sterk overdreven. In zijn visie was die taal essentieel als lucht, bedoeld om te worden gesproken in de alledaagse gang van zaken van het moderne leven: bij het schrijven van een ansichtkaart, bij een bezoek aan een pizzeria of bij het gebruik van een geldautomaat.

Hij had de ATM-betaalautomaten van Vaticaanstad al lang geleden geherprogrammeerd om een Latijnse optie aan te bieden. Inserito scidulum quaeso faciundam ut cognoscas rationem, zeiden de machines, wat ruwweg betekende: "Steek de kleine kaart in zodat je de stand van je rekening zou leren kennen."

Pater Foster was al vanaf zijn vroege adolescentie bezeten van het Latijn. Hij vond verbuigen verrukkelijk en vervoegen genoeglijk. Voor hem bezaten de alomtegenwoordige schema's van verbuigingen van zelfstandige naamwoorden en vervoegingen van werkwoordsuitgangen de kristalheldere schoonheid van een Bach-fuga.

Maar hij wist dat voor veel studenten die paradigma's een verstikkend web vormden dat de bezieling smoorde.

Pater Foster dompelde zijn studenten onder in het levende, ademende organisme dat voor hem Latijn was, vol van prachtige welsprekendheid, aangrijpend proza en meer dan eens een paar vuile moppen uit die tijd. Hij ging daarbij gekleed in zijn favoriete professionele kleding, een blauwe jumpsuit van JC Penney ("Dat is wat arbeiders in Amerika dragen", zei hij), met een krijtje in de ene hand en een wijnglas - soms de hele fles - in de andere.

"Je hoeft mentaal niet uitmuntend te zijn om Latijn te kennen", zei hij in een interview met The Telegraph. "Prostituees, bedelaars en pooiers in Rome spraken Latijn, dus er moet hoop voor ons zijn."

In 2006 werd hij echter ontslagen van de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit in Rome, waar hij decennialang college had gegeven, omdat hij al lang weigerde om zijn studenten collegegeld te vragen. Pater Foster zette het onderricht in kroegstijl voort op een aantal locaties buiten de campus.

Bij zijn studenten, waaronder geestelijken en leken van alle religies ("Je hoeft niet katholiek te zijn om van het Latijn te houden", placht hij elke twijfel over de relevantie van zijn vak de kop in te drukken. "HET IS NIET VAN DEZE WERELD!" brulde hij in een college dat staat beschreven in het boek "The Future of the Past" (2002), waarin journalist Alexander Stille het lot van de geschiedenis in het postmoderne tijdperk beschrijft. "LATIJN IS GEWOON HET BESTE DAT OOIT IS GEBEURD!" Dat zei pater Foster volgens het boek, dat een hoofdstuk aan hem wijdt.

Als alles volgens plan was verlopen, zou pater Foster loodgieter zijn geworden.

Reginald Thomas Foster werd geboren in Milwaukee op 14 november 1939. Zijn vader was loodgieter, net als zijn grootvader, en als jongen hielp Reggie zijn vader bij het werk. Een verlegen, leesgraag, eindeloos nieuwsgierig kind, wist hij al heel vroeg, zei hij later, dat hij priester wilde worden. Vanaf de leeftijd van 13, toen hij voor het eerst een zelfstandig naamwoord verboog, en de uitgangen een zilveren draad aaneenreeg, wist hij dat hij ook een Latinist wilde worden.

In 1955, op 15-jarige leeftijd, ging hij naar een karmelietenseminarie in New Hampshire, waar hij in 1959 formeel toetrad tot de orde. In 1962 verhuisde hij naar Rome voor theologische studies en werd in 1966 tot priester gewijd.

Tegen die tijd hadden de hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65) het begin van het einde ingeluid voor het kerkelijk Latijn. In een poging om de kerk relevant te houden voor 20ste-eeuwse volgelingen, vond Vaticanum II dat de mis wereldwijd in lokale talen moest worden gevierd.

Hoewel pater Foster veel van de hervormingen onderschreef, was hij als het op het Latijn aankwam een eenmansschans – ongeacht het feit dat zijn standpunt tegen kerkelijke haren in streek.

"Ze zijn hier zo geobsedeerd door seks", zei hij in een interview met Star Tribune, waarin hij het leiderschap van het Vaticaan typeerde. "Al dat abortusgedoe."

Het punt, vervolgde hij, was dat de kerk haar tijd veel beter kon besteden aan het inwijden van mensen in het Latijn. Daartoe stelde hij in The Telegraph voor: "In plaats van een siësta" zou de paus moeten aankondigen "dat elke dag van 14.00 tot 16.00 uur Latijn zou worden onderwezen in het Vaticaan."

Dit wilde niet zeggen dat pater Foster voorstander was van een ingrijpende leerstellige terugkeer naar het verleden, zoals sommige Latijnstalige conservatieven deden.

"Het probleem met Latijn in de kerk is de polarisatie in de kerk", verklaarde hij in 2004 aan de Australische krant The Newcastle Herald." Sommige mensen zeggen: 'We willen Latijn, want toen we Latijn hadden, was alles geweldig'. Dat is een hoop gelul."

Er is geen informatie beschikbaar over "geredden" van Pater Foster.

Met Daniel P. McCarthy schreef hij een instructieboek, "Ossa Latinitatis Sola ad Mentem Reginaldi Rationemque", ("De essentie van Latijn volgens de ideeën en het systeem van Reginald"), gepubliceerd in 2016.

Ossa latinitatis

In zijn latere jaren kon pater Foster neerslachtig worden over de nadagen van de taal die hem zo dierbaar was. Hoewel hij het Latijn prees van de vier pausen voor wie hij werkte, was hij veel minder optimistisch over de toekomst ervan in de kerk als geheel. "Ik ben niet optimistisch", vertelde hij aan The Telegraph in 2007. "De jonge priesters en bisschoppen bestuderen het niet."

In toenemende mate, zo legde hij uit, werden felicitatiebrieven aan kardinalen, door hem geschreven in onberispelijk Latijn, naar zijn kantoor teruggestuurd met het verzoek om vertaling. Filologisch trouw tot het laatst, is hij daar nooit op ingegaan.

Requiescat in pace Reginaldus.

Vertaling: Rudi Draye

rouwbetuiging van de Paus

Staatssecretaris Parolin betuigt namens de paus zijn medeleven aan de algemeen overste van de Carmelieten