Postactieven PXL

De Parabel van Brigitte

De Standaard 7 september 2020

Nele Van den Broeck

Nele Van den Broeck

September 2018. Ik ben net gedesillusioneerd terug naar België verhuisd. In Londen had ik eerst in een veredelde bezemkast gewoond, en toen ik dat niet meer kon betalen, in een antikraakpand met een zwam in de badkamer waar je een dozijn pizza funghi mee kon maken.

Ik zeg niet dat ik arm was. Arm zijn is geen opties meer hebben. Arm, dat zijn de mensen die ik elke dag op straat zie slapen in Brussel. Ik had opties, en bovendien een laptop. Maar ik wist dat ik niet langer in Londen kon blijven. Mijn geld was op en ik vond niet genoeg werk. De huurprijzen, zelfs antikraak, waren een niet te stelpen wonde in de bloedsomloop van mijn budget.

Bij mijn terugkeer merkte ik al snel dat Brussel een klein Londen aan het worden is. Dat je zevenhonderd euro betaalt voor een enkele kamer, met het haar van huisgenoten in het afvoerputje van de douche. Ter referentie, ik verdien gemiddeld twaalfhonderd euro per maand – zo weet u dat ook.

Omdat ik het privilege heb van ouders die het laatste restje vet van de babyboom-soep konden scheppen, trok ik naar Merchtem, naar een kamer in het huis van mijn vader. Ik voelde me zo een mislukkeling. Drieëndertig, en ik sliep in lakens van Hello Kitty. Dus ik deed wat ik altijd doe – ik schreef een column, waarin ik met mezelf lachte. Popster moet terug bij een ouder gaan wonen – haha.

U daar – babyboomer met nog wat vet op de soep. Ga er niet van uit dat de generatie na u dezelfde kansen krijgt, en al helemaal niet tijdens een pandemie

Toen gebeurde het wonder, en wel in de vorm van een mail aan de redactie. Brigitte – een nobele onbekende – stelde zich voor en zei dat ze een vrije zolderverdieping had in het centrum van Brussel. Ze zou ooit verhuizen, maar dat zou nog wel even duren. In tussentijd mocht ik bij haar wonen. Kosteloos.

Die tussentijd heeft uiteindelijk een jaar geduurd. Een jaar van mijn evenwicht terugvinden, mijn weg zoeken in de stad, mij afzonderen op een prachtige ruime zolder – met eigen badkamer! – wanneer ik dat nodig had, en interessante gesprekken aan de keukentafel wanneer ik dat wou.

Toen het tijd was om te verhuizen, heeft Brigitte mij aangemoedigd zelf een appartement te kopen. Uren speuren op het internet, advies vragen, moed verzamelen. Bij geen enkele bank kreeg ik een lening – te laag inkomen, te wispelturig leven. Toen heeft Brigitte mij geld geleend. Veel geld. Ze bood het spontaan aan.

Door haar generositeit heb ik het aangedurfd ook een lening te vragen aan mijn moeder en mijn zus. Als ik al dat geld samen legde, had ik net genoeg om het goedkoopste appartementje in Molenbeek te kopen. Daar woon ik nu. Home at last. Ik heb gepoetst, geverfd, gordijntjes gehangen. Het ziet er best gezellig uit. Mijn lening betaal ik maandelijks af, en dat zal ik nog vele jaren doen.

De parabel van Brigitte

Uit de Parabel van Brigitte vallen een paar lessen te trekken. Ten eerste, wonderen gebeuren. Wees klaar voor het onverwachte. Soms is dat onverwachte een globale pandemie, dat valt behoorlijk tegen. Maar soms geeft het leven een geschenk. Wanhoop niet. Ten tweede. De wereld gaat nog niet naar de verdoemenis. Er zijn goede mensen, herbergen waar er nog plaats is. De mensheid is een project van mededogen, wat de koppen in deze krant ook mogen beweren.

Ten derde. U daar – babyboomer met nog wat vet op de soep. Ga er niet van uit dat de generatie na u dezelfde kansen krijgt, en al helemaal niet tijdens een pandemie. Velen van ons krabbelen om te overleven en moeten omgaan met een immense onzekerheid. Dingen die voor u vanzelfsprekend zijn – een huis, een auto, een contract van onbepaalde duur, een tweede verblijf aan zee – zijn voor ons een onbereikbare fata morgana. Kijk eens rond. Begrijpt u niet waarom uw achterneefje nog steeds in dat vieze krot woont? Waarom de dochter van de buren het ouderlijk nest niet uit vliegt? Misschien kunt u wel helpen met meer dan een schouderklopje.

In een ideale wereld zijn nobele daden als die van Brigitte niet nodig. In een ideale wereld wordt werk naar waarde verloond, zijn huizen betaalbaar, en slapen er geen mensen op straat in Brussel. Maar tot dan zullen we het moeten stellen met barmhartigheid. Bedankt, Brigitte.

Nele Van den Broeck is muzikant en theatermaker. Als Nele Needs A Holiday doet zij verwoede pogingen om wereldberoemd te worden. Ze schrijft een tweewekelijkse column, telkens aan de hand één of meerdere nummers. Vandaag is dat ‘Home at last’ van Steely Dan.

Home at last

Steely Dan

I know this super highway
This bright familiar sun
I guess that I'm the lucky one
Who wrote that tired sea song
Set on this peaceful shore
You think you've heard this one before

Well the danger on the rocks is surely past
Still I remain tied to the mast
Could it be that I have found my home at last
Home at last

She serves the smooth retsina
She keeps me safe and warm
It's just the calm before the storm
Call in my reservation
So long…

Nele Needs a Holiday

Nele Needs a Holiday: The Musical is een popopera over grote dromen en een lege koelkast, en een ode aan de magnifieke grandeur van onverbiddelijk mislukken.

Nele Needs a Holiday is het muziekproject van Nele Van den Broeck. Na twee albums schrijft Nele nu een musical, als afscheid aan een land waar ze binnenkort – na de Brexit - niet meer zal mogen wonen. Deze musical ging in première op het Edinburgh Fringe Festival.

Uit Nele Needs a Holiday: For a while