Postactieven PXL

Mijn wereld stortte in:
hoe 2020 me van een salaris van zes cijfers naar sociale-zekerheidssteun bracht

The Guardian 19 augustus 2020

Toen ik werd ontslagen, dacht ik dat ik gemakkelijk weer een prachtbaan zou krijgen. Toen sloeg de pandemie toe ...

Mijn wereld stortte in

Geen inkomen, geen mogelijkheid om mijn rekeningen te betalen, geen mogelijkheid om eten te kopen, niets.

Ik was aan de telefoon met mijn beste vriend toen mijn wereld instortte. Terwijl we aan het praten waren las ik verstrooid een e-mail. De realiteit die ik op een afstand had gehouden met een combinatie van ontkenning en optimisme viel niet langer te negeren. De bank liet me weten dat de lening en vooruitbetaling voor een vakantie die ik aan het begin van de lockdown had genomen, ten einde liepen.

Over zes weken zou ik zonder geld zitten. Niet zomaar met weinig geld, maar helemaal zonder geld, krediet en opties. Geen inkomen, geen manier om mijn rekeningen te betalen, geen manier om eten te kopen, niets.

Toen het tot me doordrong, werd ik ijlhoofdig. "Ben je er nog?" vroeg mijn vriend. Al mijn ingeslepen acteren en doen alsof het me goed ging stortten on en ik zei: "Nee, ik denk het niet." Snikkend vertelde ik voor het eerst de waarheid over mijn financiële situatie.

Mijn hele leven hadden mijn vrienden en ik gelachen om wat we mijn "thuislozencomplex" noemden. Ik ben opgegroeid in een arbeidersgezin waar het geld krap was, en ik was altijd bang dat me ooit alles zou worden ontnomen. Nu, op mijn vijfenveertigste, leek het erop dat dat werkelijkheid zou worden.

Minder dan een jaar geleden leek mijn leven behoorlijk in orde. Ik verdiende een salaris van zes cijfers in human resources, ik had een prachtig huis op het platteland en een grote groep vrienden. Ik was een enthousiaste reiziger en wandelaar. Ik dacht dat ik een droom beleefde.

Ik kreeg ontslag in mijn baan in november 2019. Ik maakte met daar niet druk over en voelde me goed bij de intentie om een paar maanden wat schrijf- en advieswerk te doen terwijl ik op zoek was naar een nieuwe functie. Omwille van een lange periode van ziekte een paar jaar eerder had ik mijn spaargeld opgebruikt en ik had wat creditcardschuld, maar met de ontslagvergoeding en zonder andere personen ten laste behalve dan een hond, wist ik dat ik het aankon om in mijn levensonderhoud te voorzien. En in februari was ik voorgedragen voor een andere baan.

Toen kwam het coronavirus. Ik heb bejaarde ouders en een oudere broer met een aantal complexe gezondheidsproblemen; zij wonen ver bij mij vandaan, en nu ging mijn aandacht daarheen. In de dagen dat ik niet gekweld werd door bezorgdheid voor hen en door het gevoelen dat ik soms had alsof de wereld op zijn laatste benen liep, maakte ik van de gelegenheid gebruik om thuis te zijn en creatief bezig te zijn; daarvoor had ik nooit veel tijd gehad. In mijn jeugd was ik schrijver en schilder, maar met wat nu opperste ironie lijkt, had ik die bezigheden opgegeven vanwege mijn "thuislozencomplex" en de behoefte om genoeg geld te verdienen om me veilig te voelen in het leven.

Begin maart kreeg ik te horen dat de functie waarvoor ik voorgedragen was, was ingetrokken vanwege de economische onzekerheid die door de pandemie was ontstaan. Ik was niet verrast. Ik voelde vleugjes van bezorgdheid, maar hoopte nog steeds dat a) de zaken snel weer "normaal" zouden worden en b) ik financieel zou kunnen overleven tot juli. Ik duwde de angst van me af en viel terug op wat nu voelt als het nonchalante en naïeve mantra: "Er zal zich wel iets aanmelden."

In de maanden die volgden, zag ik hoe de arbeidsmarkt in mijn vakgebied kelderde, maar ik hield me bezig in de lockdown: wandelen met de hond (een collie, mijn oogappel), schilderen, schrijven en bijles geven aan mijn petekinderen via Zoom om hun ouders, die erdoor zaten, elke dag een pauze te geven. De vrienden die ik op de hoogte bracht - en ik heb ze zorgvuldig uitgekozen - waren een enorme steun, terwijl ze, vermoed ik, erg dankbaar waren dat zij het niet waren. Ik merkte dat ik niet lang genoeg kon zitten om tv te kijken, dus luisterde ik naar eindeloze podcasts over true crime; de verhalen die ze vertelden over de vele manieren waarop levens fout kunnen gaan, gaven me het gevoel dat mijn leven minder een catastrofe was.

Ik wist dat ik tussen de plooien van enige overheidssteun viel, omdat ik niet lang genoeg zelfstandige was om in aanmerking te komen voor een toelage: dus hield ik mijn financiën nauwlettend in de gaten en profiteerde ik waar mogelijk van betaald verlof. Naarmate de tijd verstreek van één maand naar twee en drie, begon ik rusteloze nachten te krijgen en last te krijgen van nachtmerries, maar ik bleef in ontkenningsmodus tijdens mijn wakkere uren. Tot het moment dat ik de e-mail van mijn bank ontving, deed ik in feite alsof lockdown een gigantische pauzeknop in het leven was.

Die e-mail dwong me de balans op te maken. Mijn middelen waren nu zo beperkt dat ik iets deed dat vorig jaar ondenkbaar leek voor wie ik toen was: ik vroeg een uitkering aan.

Ik was overrompeld door de fysieke impact die de procedure op mij had. Ik merkte dat mijn handen trilden toen ik de vragen online beantwoordde en ik voelde me fysiek ziek toen ik de e-mail ontving om me te laten weten dat "Jane" me maandag zou bellen om de details van mijn aanvraag te verifiëren. Ik stelde me voor dat ze minachtend tegen me zou praten. Ik ben opgelucht dat ze, hoewel ik het hele gesprek beschamend vond, dat niet deed. Toen ik haar mijn situatie uit de doeken deed, merkte Jane op dat mijn stem oversloeg en ze zei: "Maak je toch geen zorgen - we hebben massa's telefoontjes gekregen zoals dat van jou."

Begin juli zag ik een advertentie voor een functie op mijn ervaringsniveau - de eerste in maanden. Het was honderden kilometers vandaan van waar ik woon, maar het betekende hoop en ik solliciteerde onmiddellijk. Ongeveer 250 mensen waren mij voorgegaan. Ik heb ook gesolliciteerd op een aantal laagdrempelige banen – voor één daarvan hadden er nog 590 gesolliciteerd. Deze cijfers zijn niet langer ongewoon. Tot op dit moment, drie weken later, heb ik iets gehoord van drie van de 12 functies waarvoor ik tot nu toe heb gesolliciteerd, allemaal reacties van "bedankt, maar nee bedankt". Ik ben begonnen met het verkopen van veel van mijn - wat nu volkomen zinloze - bezittingen lijken op eBay: kleding, designer handtassen, schoenen… Mijn huis verkopen is geen optie, want ik huur.

Net als zeker bij vele anderen, heeft dit allemaal me doen nadenken over mijn leven, mijn identiteit en wat ik beschouw als succes. Het resultaat was een proces van rouw - voor de persoon die ik was, voor de beslissingen die ik heb genomen en voor wat nu een zeer materialistische manier van leven lijkt. Er zijn goede en slechte dagen. Op de goede solliciteer ik voor elke baan die ik aankan en schrijf aan de roman die ik aan het begin van de lockdown begon. Op de slechte dagen kruip ik onder het dekbed. Ik neem medicatie tegen angst en depressie, om de echt duistere gedachten op afstand te houden.

Ik heb gemerkt dat ik in een oogwenk huil, vooral om de verliezen en pijn van andere mensen, iets waar ik vroeger te egocentrisch voor was. Ik merkte dat ik ongecontroleerd ging snikken toen ik las over Caroline Flack en haar familie, de moord op Breonna Taylor en het verlies van de hond Seth van de schrijver Joanna Cannon. Het leven is uit noodzaak simpeler geworden. Ik beleef plezier aan verschillende dingen, voornamelijk boeken, en mijn hond, die in dit alles mijn constante metgezel is en die zo blij is dat ik de hele tijd thuis ben. Mijn vriendschap met het handjevol mensen dat ik op de hoogte heb gesteld, is verdiept en voelt authentieker en hechter dan voorheen. Mijn ouders heb ik het nog niet verteld (daarom schrijf ik dit stuk onder een pseudoniem). De afgelopen maanden hebben genoeg van ze geëist zonder dat ze zich ook daar zorgen hoeven te maken.

Ik ben ook bezig met het opnieuw evalueren van de manier waarop ik anderen behandelde toen ik in HR werkte. Als ik ooit weer een senior rol in de sector krijg, een vooruitzicht dat steeds onwaarschijnlijker lijkt, dan hoop ik dat ik dan de empathie en deemoed nog heb die ik uit deze ervaring overhoud. Ik heb mezelf altijd als een medelevend persoon beschouwd, maar als ik nu terugkijk, dan weet ik dat ik vroeger beslissingen nam zonder echt na te denken over wat ik deed met het leven van anderen en met hun zelfgevoelen.

Mijn volgende stap is om contact op te nemen met een liefdadigheidsinstelling voor schuldbeheer, hoewel de gedachte alleen al me het gevoelen geeft dat ik ga flauwvallen. Ik lig de komende weken op vinkeslag om te zien of ik sollicitatiegesprekken krijg en of ik een uitkering krijg. De beslissing wordt genomen vijf weken nadat je je aanvraag hebt ingediend. Als alles wat ik krijg een uitkering is, zal het nog lang niet genoeg zijn om mijn uitgaven te dekken, hoe beperkt ik die ook heb kunnen houden. De artikelen die ik heb gelezen over het uitkeringsstelsel hebben de onmenselijkheid en de ontoereikendheid ervan scherp in beeld gebracht.

Als ik die uitkering niet krijg, dan weet ik niet wat ik ga doen. Ik vermoed dat ik niet de enige ben.

Vertaling: Rudi Draye