Postactieven PXL

Kappertje spelen

Uit Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt

Jip moet naar de kapper. Maar hij wil niet. Hij gaat in de tuin zitten. En hij schopt tegen een steen.

Ik wil niet, zegt hij. Ik ga toch lekker niet.

Zal ik je haar knippen, zegt Janneke. Met een schaar?

Ja, zegt Jip, dat is goed.

Janneke haalt de schaar. Uit moeders naaidoos. En zij komt ermee in de tuin.

Nou moet je heel stil zitten, zegt ze.

Jip zit heel stil. Knip knap doet de schaar.

Au, roept Jip.

Stil zitten, schreeuwt Janneke.

Ze knipt en ze knipt en ze knipt. Jips haar valt op de grond.

Is her nog niet klaar? vraagt Jip.

Nee, zegt Janneke. Het wordt zo raar, net een trap.

Ik wil het in de spiegel zien, zegt Jip. Hij gaat naar binnen. Hij kijkt in de spiegel. Zijn haar is zo gek. Overal zijn plukken uit.

Moeder komt binnen en roept: Jakkes. Wie heeft dat gedaan?

Ik, zegt Janneke. Maar het is nog niet klaar.

Er moet nog meer af, Jip.

Nee, zegt moeder, Jip moet heel gauw naar de kapper. Dat kan niet zo.

Dan moet Jip toch naar de kapper. En de kapper knipt hem helemaal kaal. Zo kaal als een knikker.

En Jip is zo boos op Janneke. Zo boos! Hij zegt: Nou ga ik Jannekes vlechtjes afknippen. Hij pakt de schaar. Maar waar is Janneke? Zij is nergens te vinden. Nergens, nergens. Janneke is weggekropen. Zij is bang voor Jip.