Postactieven PXL

Ik ben een boomknuffelaar

The Guardian, 12 maart 2021

David Knott vertelt zijn verhaal aan James Ware

Het viel me op hoe verschillend de ervaring was met elke boom. De meest gevoelige vielen echt op.

David Knott

Ik stemde ermee in om 350 bomen te omhelzen om geld in te zamelen om reuzesequoia's te redden.

Toen ik heel klein was, reed mijn grootvader met mij in een kinderwagen door het plaatselijke park op weg naar de Royal Botanic Garden Edinburgh (RBGE). Door naar de bomen te kijken, kon ik in slaap vallen. Dus misschien heb ik altijd op een boomgolflengte gezeten.

Ik heb mijn hele volwassen leven met bomen gewerkt en de afgelopen 14 jaar als beheerder bij de RBGE. Onlangs was ons fondsenwervingsteam op zoek naar nieuwe suggesties om geld in te zamelen om de laan met de reuzesequoia's op onze site in Benmore te helpen redden. Een deel van het personeel stelde voor dat ik een gesponsorde 'boomknuffelmarathon' zou doen.

Ze wisten dat ik al van jongs af aan een boomknuffelaar was. Toen ik klein was, volstond het om een berkenboom of iets aan de smalle kant te omhelzen. Iets waar ik met mijn korte armen omheen kon. Toen ik groter werd, werden de bomen die ik omhelsde ook groter.

Toch was ik niet zeker of mensen genoeg geïnteresseerd zouden zijn in een oude man die bomen omhelst om ze geld te doen doneren. Maar mijn collega's dachten dat het een briljant idee was. Dus stemde ik ermee in om in een jaar 350 bomen te knuffelen, van zoveel verschillende soorten als ik kon vinden.

Tibetaanse sierkers

Tibetaanse sierkers

Mijn benadering van de uitdaging was pure improvisatie. Ik zou niet plannen wat ik zou knuffelen - het was cometh the hour, cometh the tree (*). Het weer speelde geen rol - in de wintermaanden waren er een aantal fantastische bomen om te knuffelen: esdoorns met hun schitterende schors, Tibetaanse sierkers met hun prachtige glanzende tooi, kornoeljes met hun kenmerkende, vurige rode schors. Vooral het knuffelen van bomen in de sneeuw is verrijkend: je bent je terdege bewust van het leven dat er doorheen stroomt, het gevoel dat ze bestand zijn tegen de elementen. In de zomer zou ik een pittoresk plekje vinden en mijn armen om een boom slaan, terwijl de zon door de takken schijnt en de stam in tegenlicht beschijnt.

Mijn boomknuffeltechniek is gebaseerd op een eenvoudig principe: maximaal contact maken. Dat betekent dat ik mijn armen zo ver mogelijk errond moet slaan (soms een behoorlijke inspanning voor een man van mijn leeftijd) en dan tegen de boom moet leunen. Om elke dag een uitdaging in te passen, moest ik een aantal vergaderingen opgeven, maar dat was een welkome afwisseling. Elke keer dat ik het voelde kriebelen, ging ik op pad met mijn collega, een fotograaf. Het was zo ongeveer een modereportage, waarbij we op trektocht gingen op zoek naar de volgende boom die ons aansprak, om die dan knuffelden. Op sommige momenten had mijn collega, die meestal serieuze wetenschappelijke foto's maakt, moeite om een uitgestreken gezicht te bewaren, en ik kon het niet helpen dat ik me wat onbehaaglijk voelde - maar ik ging er gewoon mee door.

Ent (Lord of the Rings

Ent uit Lord of the Rings

Het viel me op hoe anders de ervaring was met elke boom. De meest tactiele vielen op, vooral de kleine reuzesequoia's. Dat was in juni, nadat we weken aan een stuk droog weer hadden gehad. De hars gaf een bijna Californische parfum. Dat bracht me in vervoering. Een ander hoogtepunt was een hybride vleugelnoot. Als je Lord Of The Rings kent, lijkt het een beetje op een Ent, de pratende boom van Midden-Aarde, vanwege zijn grillige trekken, die als gezichten in de schors zijn.

Toegegeven, er waren al eens opgetrokken wenkbrauwen van voorbijgangers. Sommige mensen gniffelden stilletjes; misschien dachten ze dat het een vreemd Schots gebruik was. Ik was het mikpunt van een flink aantal boomgrappen in mijn familie, en werd regelmatig bastmaniak genoemd, maar iedereen begreep dat het voor een goed doel was.

Als je nog nooit een boom hebt geknuffeld, raad ik dat ten stelligste aan. Van dichtbij zul je hun fantastische structuur waarderen. Als je mensen zou uitdagen om zo'n prachtig mechanisme te in mekaar te steken, zouden ze het nooit voor mekaar krijgen.

Mijn droomboomreis brengt me naar Californië om de reuzesequoia's te zien. Ik zou die niet kunnen omhelzen, ik zou gewoon op afstand blijven en verwonderd kijken. Hoe hilarisch mijn knuffelplan ook leek, ik ben ik blij dat we er dichter bij huis in geslaagd zijn om meer dan het dubbele van het oorspronkelijke doel te vinden om onze eigen schitterende sequoia's te helpen redden, die in 1863 door een rijke Amerikaan werden geplant.

Boomknuffelen is een prachtige manier om op een diep niveau weer in contact te komen met de natuur. Ik denk dat we dat allemaal meer van nodig hebben, met het hectische tempo van het moderne leven. Boomknuffelen kan ons helpen om te onthaasten; om de kleine dingen in het leven te waarderen. Bomen kunnen ons vooral geduld leren. Hun levensduur is langer dan die van ons, dus ze helpen ons om in verbinding te komen met een ander tijdsbesef.

Californische reuzesequia

Californische reuzesequioa


* Cometh the hour…

Een zinspeling op de uitdrukking cometh the hour, cometh the man (Komt het uur, komt de man)
Het klinkt als een citaat dat hoort bij een moment van historisch belang, maar dat is niet zo. De uitdrukking is een cliché geworden, vooral in sportieve contexten. Het betekent dat ongeacht de situatie iemand op het toneel verschijnt die het tij kan keren en de wedstrijd kan winnen. Het is een gezegde dat bijbels klinkt, maar ook dat is niet zo. In 1815 schreef Sir Walter Scott in zijn roman Guy Mannering. "Het uur is gekomen, en de man." Volgens sommigen hebben we de uitdrukking in deze vorm te danken aan Cliff Gladwin, de Derbyshire bowler, die het winnende punt voor Engeland maakte in de Kingsmead-test tegen Zuid-Afrika in 1948, en die met een zwaar Derbyshire-accent verklaarde: "Komt het uur, komt de man."