Postactieven PXL

De palliatieve samenleving

Doorbraak, 2 mei 2021

Essay
Philip Roose

Onze postmoderne samenleving wil pijn uit het leven bannen. Maar zonder pijn is er geen verandering, vernieuwing of evolutie.

Onze postmoderne samenleving wil pijn uit het leven bannen

De klassieke filosofie en godsdiensten hebben pijn altijd geïnterpreteerd als een essentieel kenmerk van het menselijk bestaan. Pijn ervaren en het lijden onder ogen zien, betekende het drama van het leven accepteren en er betekenis aan geven.

Volgens het boeddhisme ligt de oorsprong van het lijden in de drie begeertes (begeerte van de zintuigen, naar bestaan en naar niet-bestaan). Het voornaamste doel van de leer van Boeddha is een einde te maken aan deze dukkha (lijden, stress, angst, ontevredenheid). Het staat ook centraal in de Vier Edele Waarheden van het boeddhisme: Er is lijden; het lijden heeft een oorzaak, de oorzaak van het lijden kan opgeheven worden; door het achtvoudige pad te volgen, wordt het lijden beëindigd. De verlossing van het lijden wordt dan het Nirwana genoemd.

Zoenoffer aan God

Ook in het christendom neemt het lijden een grote plaats in. Zo is het Paasfeest het belangrijkste liturgische feest. Op Goede Vrijdag herdenkt men het lijden en de kruisdood van Jezus en met Pasen zijn verrijzenis uit de dood. Het lijden staat hier in teken van een zoenoffer aan God en de noodzaak van de dood voor het leven. Het Nieuwe Testament maakt ook een onderscheid tussen lichamelijk lijden en geestelijk lijden. Jezus geneest weliswaar de zieken, maar de nadruk van zijn werk ligt op de verlossing van de ziel. Het lijden is een test in het aardse leven om de hemel te verdienen in het hiernamaals.


Het lijden heeft een louterende werking


Moslims zien het leven als een test die de gelovige op de proef stelt. Daarbij heeft de ene meer succes dan de andere, maar het leven zal altijd en onvermijdelijk imperfect zijn. Alleen God kan namelijk volmaakt zijn. Het lijden heeft een louterende werking en brengt een stukje vergeving voor de fouten die men gemaakt heeft. Centraal staat echter de Sabr (geduld, volharding of uithoudingsvermogen). Pijn wordt voor moslims een beproeving, wat aan de basis ligt van veel zaken binnen de islam, zoals bij voorbeeld het vasten tijdens de Ramadan.

Epicurus

In de filosofie van de Griekse filosoof Epicurus (341 v.Chr. – 270 v.Chr.) staat het vermijden van pijn en verdriet centraal. Volgens Epicurus vermijden de mens (en de dieren) instinctief lijden en streven ze naar het verkrijgen van lichamelijk genot. Epicurus onderscheidt daarbij drie soorten verlangens: de natuurlijke en noodzakelijke (bijvoorbeeld eten en drinken), de natuurlijke, maar niet-noodzakelijke (bijvoorbeeld iets lekkers eten), en de niet-natuurlijke, niet-noodzakelijke (bijvoorbeeld streven naar bekendheid, rijkdom).

Het genot waar het bij Epicurus om gaat, is een bevrediging van de natuurlijke behoeften. Zijn deze bevredigd, dan is er geen reden verder genot na te streven. Het verkrijgen van de ataraxia (onverstoorbaarheid), een toestand van gemoedsrust en een blijvend gevoel van welbehagen, en dus geestelijk genot, zal daar een gevolg van zijn. Maar indien men steeds nieuwe niet-noodzakelijke verlangens kweekt, om die dan vervolgens proberen te vervullen, dan zal men alleen geestelijk lijden verkrijgen.

Maakbaarheid van de samenleving

Vandaag heeft de postmoderne mens het steeds moeilijker om lijden en moeilijkheden te accepteren, te verdragen en te overwinnen. De ervaring van fysieke, morele, spirituele en psychologische pijn beschouwt hij als ondraaglijk en zinloos. We leven dan ook steeds meer in een ‘pijnstillende’ samenleving. Pijn moet koste wat het kost vermeden worden. De postmoderne mens is zo bang voor lijden dat hij er zelfs de eigen vrijheid en het eigen leven voor wil opgeven om er niet mee geconfronteerd te worden.


Daarvoor is echter steeds meer controle nodig over de mens en zijn handelen


Deze pijnloze maatschappij is gericht op het minimaliseren van onverwachte economische, medische, emotionele of existentiële tegenslagen, en dus indirect op het wegnemen van risico. Het progressieve geloof in de maakbaarheid van de samenleving zorgt er tevens voor dat men het mogelijk acht om zo’n risicoloze utopie te creëren. Daarvoor is echter steeds meer controle nodig over de mens en zijn handelen vanuit de overheid, met een stijgende juridische, bureaucratische, financiële en technologische impact op de burger als gevolg.

Wegnemen van elke negatieve ervaring

Met het verdwijnen van zingevende religieuze rituelen, culturele tradities en sociale structureren, die door progressief beschouwd worden als een rem op de individuele vrijheid, de sociale gelijkheid en persoonlijke expressie, verdween ook de transcendente zingeving van het leven, en dus de morele middelen om ook de last van het bestaan te dragen. Een nihilistisch en hedonistisch leven gericht op het wegnemen van elke negatieve ervaring, wat uiteindelijk onmogelijk is, veroorzaakt een groeiend onvermogen om obstakels te overwinnen. Het maakte de mens uiteindelijk minder autonoom, en meer afhankelijk van fysieke en mentale ‘pijnstillers’, en dus minder vrij.

Een samenleving die allergisch is voor pijn, zal uiteindelijk onder permanente verdoving leven. Men wordt niet alleen afhankelijk van pijnstillers, maar ook van diegene die ze toedienen. Het wegwerken van de pijn zorgt dan wel voor een korte verlossing, maar het blijft een palliatieve therapie. Het resultaat is dat men elk conflict en elk risico zal vermijden. De politiek mag dan wel beloven het ‘lijden’ te verminderen, toch zal ze de problemen niet oplossen. Het implementeren van ingrijpende veranderingen veroorzaakt immers ook pijn voor de een of andere groep.

Een soort grondwettelijk recht

De mogelijkheid om te streven naar geluk is in de Amerikaanse grondwet vastgelegd als een natuurlijk recht. Vandaag leeft er een generatie die een bestaan zonder pijn als een soort grondwettelijk recht beschouwt. In alles wat men vandaag doet, moet er plezier gemaakt worden: arbeid, vrije tijd, studies, relaties, etc. Maar in de gedachte dat men wel eens zou kunnen mislukken, zit reeds de angst om te lijden. Het streven naar zo weinig mogelijk lijden, veroorzaakt daardoor ook steeds meer faalangst, burn-outs en depressies.


Discussies, beledigingen, hatelijke uitspraken veroorzaken conflict


We leven in een tijd waarin niets pijn mag doen, ook woorden of taalgebruik niet. Discussies, beledigingen, hatelijke uitspraken veroorzaken conflict. Ze nemen het geluk weg van de ander. Niet voor niets bloeit de slachtoffercultus als nooit tevoren. En er komen elk dag steeds meer groepen bij die ‘lijden’ en recht hebben op safe spaces, financiële compensaties of positieve discriminatie. Gezien ook de waarheid pijn doet, en dus lijden veroorzaakt, wordt die vandaag maar al te graag verbloemd of verdoezeld.

Alles on demand

De vreugde van het overwinnen van moeilijkheden of het oplossen van problemen, het aangaan van een moeilijke uitdaging door toewijding en standvastigheid staan in schril contrast met de mentaliteit waarbij men alles onmiddellijk wil hebben of kunnen kopen. De mens wil datgene wat hij verlangt onmiddellijk met een klik op een tablet. Wachten is vandaag reeds een soort van lijden, en dus wordt alles on demand geleverd.


Zonder lijden, kunnen we niet liefhebben


Degenen die niet kunnen lijden, zijn geneigd zich over te geven: ze zullen nooit vechten voor een idee, een passie of principe uit angst voor de gevolgen. Zonder lijden, kunnen we niet liefhebben. En zonder intens lief te hebben, offeren we het kostbaarste op voor wat tijdelijk comfort. Liefde werd consumptie waarbij de ander als een consumptieproduct wordt beschouwd. Een oppervlakkig verlangen kan snel worden bevredigd of gekocht, terwijl diepe liefde de mens soms doet lijden.

Een overlevingsmaatschappij

De pijnstillende samenleving is een overlevingsmaatschappij. De pandemie heeft ons laten zien hoe de angst voor de dood en voor pijn de hele samenleving verlamt. Elke beperking van de vrijheid, van elk grondrecht, van elk gedrag dat ons bestaan voorheen waardig en menselijk maakte, werd zonder veel weerstand aanvaard. De samenleving werd in geen tijd georganiseerd volgens virologische algoritmes. De bespotte en ‘onbestaande’ grenzen, toen het nog over migratie ging, waren weer bakens van hoop tegen dood en lijden. Het lijden van anderen veranderde in statistieken: het aantal besmettingen, het percentage uitgevoerde testen en vaccinaties, het aantal sterfgevallen, etc.


De postmoderne mens is vandaag zoals de overgevoelige prinses


In het sprookje van de Deense schrijver Hans Christian Andersen (1805-1875) De prinses op de erwt veroorzaakt een erwt onder de matras pijn bij de prinses waardoor ze niet kan slapen. De postmoderne mens is vandaag zoals de overgevoelige prinses: hij lijdt steeds meer, in zowel lichaam en ziel, voor steeds kleinere dingen. Maar de echte oorzaak van deze evolutie is het geloof in de zinloosheid van het leven. Pijn is een elementaire kracht die we niet mogen laten verdwijnen.

Ernst Jünger

De Duitse schrijver Ernst Jünger (1895-1998) schreef dit in zijn essay Über den Schmerz (1934): ‘Pijn wordt naar de marge geduwd om plaats te maken voor middelmatig welzijn’. Een pijnloos leven wordt zo een leven van verveling, zonder vitaliteit noch betekenis. De pijnstillende samenleving verkort de perceptie van fysieke en mentale pijn met medicijnen. Maar zonder grote pijn is er ook geen groot genot. Om het gevoel te hebben nog steeds te leven zijn er dan ook steeds sterkere stimuli nodig, zoals drugs, geweld, zelfverminking of extreme seksuele uitspattingen.


De pijnstillende samenleving is een verslaving, opgelegd door de ethiek van het pijnloze


Niet zelden moeten die de angst om alleen te zijn met zichzelf helpen te onderdrukken. De pijnstillende samenleving is een verslaving, opgelegd door de ethiek van het pijnloze. Ook de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) voelde reeds aan dat het tragische uit het leven zou verdwijnen in zijn werk Die fröhliche Wissenschaft: ‘We moeten voortdurend onze gedachten baren uit onze pijn en ze moederlijk alles geven wat we in ons hebben van bloed, hart, vuur, lust, hartstocht, kwelling, geweten, lot, ondergang’.

De palliatieve samenleving verklaart het tegenovergestelde en dompelt ons onder in een schijnbare, afwezigheid van lijden die het negatieve krampachtig schuwt zonder het onder ogen te zien. Het is de eeuwige terugkeer van hetzelfde, want zonder pijn is er geen verandering, vernieuwing of evolutie. Zonder pijn is er geen geschiedenis.