Postactieven PXL

Liberté’ is niets waard zonder ‘fraternité

De Standaard 20 april 2021

Opinie: Vrijheid & democratie

Peter Mangelschots
Schrijver, dichter en coördinator van De Eenzame Uitvaart.

Peter Mangelschots

Vrijheid is het meest misbruikte begrip van de laatste maanden, stelt Peter Mangelschots vast.

Het was de Classics 1000 op Radio 1 en Aretha Franklin schreeuwde het uit: ‘Freedom. Freedom. Freedom!’Er is niemand in de buurt, ik kan het me veroorloven om luidkeels mee te zingen. Een uur later galmt Aretha nog altijd in mijn hoofd. Dat is wat een catchy lied doet: het kruipt tussen je oren, blijft daar in het rond stuiteren en zichzelf herhalen. Maar waar gaat het ook alweer over? Juist: vrijheid dus, het meest misbruikte begrip van de laatste maanden, een begrip dat de nieuwe heilige graal geworden is en dat iedereen meent te moeten claimen. Plotseling is het uit met de pret. Aretha zwijgt en ik huiver als ik eraan denk hoever sommigen bereid te zijn te gaan voor die graal.

Vorig weekend zei MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez in deze krant dat de vrijheid wat hem betreft op nummer één staat. Niet gezondheid. Niet veiligheid. Zelfs niet het redden van de planeet. Ja, zo zei hij het echt. Maar wel: vrijheid. Er zijn dit jaar aan deze zijde van de oceaan nog niet veel politici geweest die op een radicalere uitspraak te betrappen vielen dan Bouchez. Daarmee zet de liberaal de deur open voor een ver doorgedreven egoïsme. Dat hoeft allicht niet te verwonderen, want zijn ideologie is logischerwijze gestoeld op een liberale opvatting van vrijheid.

Eigen rechten opeisen

‘Liberté, égalité, fraternité’, riepen de Franse revolutionairen in 1789. Die slogan hadden ze beter omgedraaid. Fraternité staat ver boven liberté. Fraternité gaat om solidariteit. Als ik oprecht bekommerd ben om jouw welzijn, dan wil ik daar in mijn vrijheidsdrang terdege rekening mee houden. Jij en ik werken samen, leven samen, dat is democratie.


Er zijn dit jaar aan deze zijde van de oceaan nog niet veel politici geweest die op een radicalere uitspraak te betrappen vielen dan Georges-Louis Bouchez


Vrijheid en democratie, die combo onderzocht Annelien De Dijn in haar recente boek Vrijheid, een woelige geschiedenis. Kort door de bocht is de conclusie dat er in de huidige notie van vrijheid nog weinig over is van de idealen van de Franse Revolutie. De wegen splitsten zich, er kwam tweespalt tussen enerzijds vrijheid als democratisch en breed gedragen zelfbestuur en anderzijds vrijheid als een egocentrische verdediging van de eigen privileges. Die laatste idee van vrijheid werd verdedigd door de liberalen, die zich in de loop van de negentiende eeuw verenigden. Sindsdien is de slinger doorgeslagen. Elk dwepen met de verlichtingsidealen ten spijt is het huidige individualistische begrip van vrijheid juist antidemocratisch. Het gaat ervan uit dat de eigen persoonlijke vrijheid moet worden veiliggesteld. Ten koste van wat dan ook. Van de gezondheid, van de veiligheid, van het leefmilieu. Dat is wat we de laatste maanden zien: mensen claimen vrijheid, ‘hun’ vrijheid.

Het kan anders. Het sleutelwoord is solidariteit. Dat valt in een eenvoudig beeld uit te drukken. Wie solidair is, streeft er niet naar zoveel te hebben als zijn naaste die meer heeft. Wie solidair is, streeft ernaar dat zijn naaste die minder heeft, evenveel krijgt als hijzelf. Niet met de ellebogen werken, wel met uitgestoken handen. Je kunt dat toepassen op materiële eigendom: evenveel willen bezitten als je buur leidt tot een egocentrische maatschappij waarin onvermijdelijk de rijken rijker worden en de armen armer. Zei daar iemand neoliberalisme?

Met vrijheid is het net zo. In een samenleving waar iedereen angstvallig zijn eigen rechten opeist ten koste van de maatschappij, is echte vrijheid niet mogelijk. Wie streeft naar alsmaar meer, is niet vrij, maar zit gevangen in het web van zijn eigen hebzucht. Als ik lees dat Voka-voorzitter Wouter De Geest vindt dat we tien jaar lang minstens 2 procent economische groei nodig hebben, denk ik: hoe onvrij ben je als zo’n doel een must wordt?

Een sterke overheid

Echte vrijheid vloeit voort uit solidariteit, liberté is niets waard zonder fraternité. Alleen dan is het leefbaar voor iedereen. Het is goed dat een overheid daarop aanstuurt door het opleggen van spelregels. Een sterke overheid is niet in tegenspraak met vrijheid, betoogt ook De Dijn, het is een valse keuze. Je kunt het ook omkeren: als we ons constant moeten beschermen en verdedigen tegen de absolute vrijheidsdrang van de anderen, zijn we niet vrij. We maken dat nu mee op het vlak van gezondheid, maar het is al vaak gezegd: dat is nog niets vergeleken bij de klimaatcrisis die op ons afkomt. Dan zal een sterke overheid, die gemeenschapszin toont, meer dan nodig zijn. Met politici als Bouchez lopen we als lemmingen de afgrond in. Die overheid moeten we weliswaar – laat ik het om alle misverstanden te vermijden duidelijk zeggen – van dichtbij op de vingers kijken.

De titel van Aretha Franklins meezinger is trouwens Think . Misschien moeten we dat met z’n allen maar eens doen, wat meer nadenken in plaats van eisen te stellen. Wat zingt ze nog meer? ‘Without each other there ain’t nothing people can do.’ Juist! Ik word opnieuw blijgezind. De buren mogen het ook weten

Aretha Franklin - Think