Postactieven PXL

Tijd om ook het ongelijkheidsvirus te tackelen

De Standaard
9 september 2020

OPINIE: SOLIDARITEIT

Meer dan 180 professoren breken een lans voor een nieuw sociaal contract na de coronacrisis.

Initiatiefnemers van de actie 1000 x 1000

Actie 1000 x 1000

De maatschappelijke impact van de coronacrisis is ongelijk verdeeld. Op dit ogenblik slaat het virus harder toe in wijken met een minder sterk sociaaleconomisch profiel, die vaak dichtbevolkt zijn. Ook de lockdown trof niet iedereen op dezelfde manier. Meer mensen moeten een beroep doen op het OCMW en op voedselbanken. Kansarme kinderen en jongeren kregen het extra hard te verduren. Ze leden het meest onder het aangepaste schoolregime. Vaak wonen ze minder goed en hebben ze geen of een te beperkte toegang tot online onderwijs.

Het Planbureau verwacht dat het bbp met 10 procent zal dalen, terwijl de sociale uitgaven met minstens 10 procent zullen stijgen. Door het gecombineerde effect van de inkrimping van de economie en de stijging van de uitgaven zal het aandeel van de sociale uitgaven in het bbp toenemen van 25 procent in 2019 naar 30 procent in 2020. Ondanks hoge publieke uitgaven slaagt onze verzorgingsstaat er niet in de armoede terug te dringen.

Grotere kloof

Het is ook duidelijk dat we niet langer het hoofd kunnen afwenden van de gevolgen van de klimaatopwarming. Sommigen zijn kwetsbaarder voor die gevolgen dan anderen. En sommigen worden meer bedreigd door de effecten van het klimaatbeleid. Koolstofbelastingen treffen de onderste lagen relatief zwaarder dan de hogere . Daarom moeten het milieu- en verdelingsbeleid hand in hand gaan.


Ondanks hoge publieke uitgaven slaagt onze verzorgingsstaat er niet in de armoede terug te dringen


De veroudering is meer dan ooit een verdelingsprobleem geworden. Want covid-19 ondergraaft, minstens tijdelijk, de traditionele strategieën om de pensioenlast te financieren door de afbouw van de overheidsschuld en de verhoging van de productiviteit en de werkzaamheidsgraad. De ongelijkheid binnen de groep van de ouderen is groot. Bijna 17 procent van de gepensioneerden leeft onder de armoedegrens. Maar de armoede bij kinderen en jongeren is al enkele jaren hoger dan bij ouderen. De coronacrisis zet die intergenerationele ongelijkheden op scherp. Want in een recessie blijven de pensioenen stijgen, terwijl de werkgelegenheid en de lonen dalen.

De voorbije decennia is de tewerkstelling sterk gestegen. Maar er was een schaduwkant: veel routinematige jobs gingen verloren. Daardoor werd het werk ongelijker verdeeld. Aan de vooravond van de pandemie was amper de helft van de kortgeschoolden aan het werk. Zo groeide de kloof tussen ‘werkrijke’ gezinnen (waar iedereen een job heeft) en ‘werkarme’ gezinnen (waar niemand aan de slag is). Het armoederisico bij die laatste steeg van 51 procent in 2005 tot bijna 73 procent in 2018. De stijging van de kinderarmoede had onder andere daarmee te maken.

Wellicht zal covid-19 de veranderingen op de arbeidsmarkt versnellen. De beroepen met de meest routinematige taken lopen het grootste gevaar te verdwijnen. Alle jongeren moeten de kans krijgen om de vaardigheden te verwerven die nodig zijn in de nieuwe economie. Iedereen moet zinvolle arbeid kunnen verrichten. Daarvoor zijn grotere inspanningen nodig, in de (sociale) economie, het leerplichtonderwijs en het hoger onderwijs.

Productieve investeringen in een duurzame en inclusieve economie, onderwijs, wetenschap en innovatie moeten centraal staan in het herstelbeleid. Politici en sociale organisaties moeten hun verantwoordelijkheid nemen om instellingen en processen efficiënter te maken. En er is meer solidariteit nodig. Als morele plicht, maar ook uit eigenbelang.

De pandemie heeft veel sterke kenmerken van onze samenleving aan het licht gebracht: de warmte van de spontane solidariteit, maar ook de kracht van de sociale zekerheid, de wendbaarheid van het onderwijs en de degelijkheid van de gezondheidszorg. De crisis maakte ook de ‘essentiële beroepen’ zichtbaar.

Gedeeld kompas

De warme solidariteit van hulp en liefdadigheid is belangrijk, sociale innovatie evenzeer. Maar alleen een efficiënter sociaal beleid én een rechtvaardigere fiscaliteit kunnen een zorgzame en duurzame welvaartssamenleving in stand houden. Omdat de sociale overheidsuitgaven hoog zijn, is een rechtvaardigere verdeling van de inkomsten én van de uitgaven nodig, met evenwichtigere belastingen op lonen en vermogens, meer efficiënte en meer herverdelende sociale uitgaven. De sociale effecten van de covid-19-crisis moeten ook zorgvuldig gemonitord worden.

Bouwen aan een realistisch alternatief vergt collectieve actie rond een gedeeld kompas van verantwoordelijkheid en solidariteit. Op lokaal, regionaal en nationaal vlak, in Europa en in de wereld. Want de crisis treft ook landen op ongelijke wijze.

Wij pleiten voor een nieuw sociaal contract. Daarnaast roepen we al onze collega’s op hun schouders te zetten rond drie projecten van de Koning Boudewijnstichting die kansarmoede bij baby’s, kinderen en adolescenten bestrijden. Het is een bescheiden signaal om ons groter pleidooi voor meer solidariteit en structurele hervormingen kracht bij te zetten.

Ondertekend door de initiatiefnemers van 1000 x 1000, een oproep van meer dan 180 professoren om samen één miljoen euro in te zamelen tegen kansarmoede in het onderwijs:

Bea Cantillon (UAntwerpen), Peter Aerts (UAntwerpen), Lieven Bervoets (UAntwerpen), Marnix Beyen (UAntwerpen) , Bruno Blondé (UAntwerpen), Philippe Büscher (Instituut Tropische Geneeskunde), Andreas De Block ( KU Leuven ), Bruno De Wever (UGent), Nico Koedam (VUB) , Ides Nicaise (KU Leuven), Jean-Michel Rigo (UHasselt), Raoul Van Damme ( UAntwerpen), Ann Van Reusel (UGent) , Erik Verbrugge (UAntwerpen), Filip Volckaert (KU Leuven).

De ondertekenaars behoren tot verschillende disciplines, van geschiedenis over biologie, filosofie en neurologie tot sociale wetenschappen.