Postactieven PXL

‘Ik wil de islam terugeisen van de fundamentalisten’

De Standaard 17 mei 2021

Interview met Kahina Bahloul, eerste imame van Frankrijk

Kahina Bahloul

‘De Franse staat wil enerzijds een Franse islam, maar stelt er anderzijds niet de middelen tegenover.

Jolien De Bouw
Vanuit Rijsel, Frankrijk

In haar eigen inclusieve moskee bepleit Kahina Bahloul een islamitische Verlichting. Dat wordt de eerste vrouwelijke imame van Frankrijk niet altijd in dank afgenomen. ‘Misogyne moslimmannen kunnen moeilijk accepteren dat een vrouw opeist wat ik opeis.’

Liberale islam

‘Bonsoir, salam aleykoum’. Kahina Bahloul zet zich klaar voor het – corona oblige – digitale vrijdagsgebed. De lippen licht gestift, bril op de neus en haren nonchalant golvend langs haar gezicht spreekt ze haar volgers toe. Bahloul is de eerste vrouwelijke imame van Frankrijk. Tussen haar werk als imame, een thesis en wereldwijd journalisten te woord staan door, vond ze de tijd om een boek te schrijven. Mon islam, ma liberté vertelt haar verhaal, maar ook dat van een liberale, hervormingsgezinde islam. De twee zijn voor haar onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Bahlouls vader komt uit een dorp in de Algerijnse Berberstreek Kabylië. Haar moeder is een Française met Pools-Joodse roots. Zijzelf werd geboren in Parijs in 1979, het jaar waarin ayatollah Khomeini de Islamitische Republiek Iran uitriep, ‘de voorbode van het duistere en moorddadige traject dat de moslimwereld daarna zou afleggen’, zegt de imame tijdens een videogesprek. Haar woorden – die wereldwijd media-aandacht krijgen sinds ze imame werd – leverden haar vijanden op. Ook na de publicatie van haar boek kreeg ze bedreigingen. ‘Die komen hoofdzakelijk van misogyne moslimmannen die moeilijk kunnen accepteren dat een vrouw opeist wat ik opeis’, zegt ze schouderophalend.

‘Het terrorisme blijft duren. We moeten niet denken dat een paar maatregelen tegen islamitisch separatisme en radicalisering daar iets aan zullen veranderen’

Sterke vrouwen

Haar boek krioelt van sterke vrouwen, zoals Lalla Fatma N’soumer, de heldin van het Algerijnse verzet tegen de Franse koloniale overheersing. ‘Een figuur als N’soumer is niet gekend door jonge generaties moslims. Ze zou nochtans een grote inspiratiebron voor hen kunnen zijn. Ze was erg devoot en spiritueel. Net omdat er over dat soort vrouwen zo weinig gesproken wordt, haal ik hen in mijn boek naar voren. Jonge moslima’s hebben zulke figuren nodig, met wie ze zich kunnen identificeren.’

Wanneer Bahloul spreekt over vrouwen binnen de islam, klinkt ze activistisch. Dat is ze ook. Zelf besloot ze niet langer naar de moskee te gaan nadat ze met de andere vrouwen in een garage werd gezet: ‘Ik voelde me buitengesloten door mijn eigen gemeenschap. En veel andere vrouwen voelden hetzelfde.’ Maar noem haar geen moslimfeminist. ‘Ik ben een humanist, geen feminist. Dat is geen verwerping van het feminisme. Ik stel gewoon in vraag wat de sociale patronen zijn wanneer vrouwen meer sociale gerechtigheid vragen. Het is precies op het moment dat vrouwen integratie eisen dat ze uitgesloten worden, en dat ze zichzelf uitsluiten. Moslimfeminisme is de voorbije jaren overal in Europa beginnen opkomen. Ik stel me daar veel vragen bij. Wat mij interesseert, is niet het lidmaatschap van een vrouw van een religie, maar in de eerste plaats haar lidmaatschap van de mensheid. In die hoedanigheid moeten haar rechten, keuzes en waardigheid gerespecteerd worden.’

Religie van vrede en broederschap

Tijdens haar kindertijd in Algerije kreeg Bahloul het geloof mee van haar grootouders. ‘Ik herinner me de islam als een prachtige religie van vrede en broederschap. Voor de komst van het islamisme was de islam een geloof als alle andere.’ Het islamisme veranderde het gezicht van haar vaderland. In de jaren 90 stortte Algerije zich in een religieuze burgeroorlog tussen islamisten en de militaire regering. Er vielen tussen honderd- en tweehonderdduizend doden. ‘Een traumatiserende periode. Vrouwen werden met zuur aangevallen omdat ze geen hoofddoek droegen. Ze werden verminkt voor het leven, anderen werden vermoord.’ Het beeld van de islam uit Bahlouls kindertijd werd door elkaar geschud door wat ze te zien kreeg in de oorlog.

Bahloul kan de hoofddoek daardoor niet meer zien als een simpel stukje stof. ‘We hebben de neiging om de hoofddoek te reduceren tot een modeaccessoire of tot iets cultureels. Ik respecteer alle meningen, maar had er behoefte aan om te delen hoe ik de hoofddoek heb zien evolueren. Met name in Algerije, een van de eerste landen waar een ideologie vrouwen weer onder een hoofddoek geduwd heeft.’ Aan de hand van islamitische teksten toont de imame aan dat die hoofddoek geen religieus voorschrift is, maar simpelweg een terugkeer naar de controle over het vrouwenlichaam. ‘Dat voorschrift is gecreëerd door politieke leiders: stuk voor stuk mannen die controle wilden uitoefenen en een catastrofaal beeld van de vrouw hadden. Ik denk dat jonge meisjes – vooral in Europa – die vandaag de hoofddoek zien als iets cultureels zonder meer, daaraan herinnerd moeten worden.’

Zwart decennium

Het ‘zwarte decennium’, zoals de burgeroorlog wordt genoemd, doet Bahloul afstand nemen van haar religie. Ze verhuist naar Frankrijk, studeert rechten en begint te werken in de verzekeringswereld. Het overlijden van haar vader opent vele jaren later de weg naar het imamschap. ‘Zijn dood was een heel zware klap, waardoor ik me existentiële vragen begon te stellen. Ik vertelde aan mijn huisarts, een katholieke vrouw, dat ik in de islam geen antwoorden vond. Zij wees me richting het soefisme.’

Uit de spirituele en mystieke benaderingen van die stroming put ze niet alleen antwoorden, maar ook een humanistische opvatting van de islam. Met de aanslagen van 2015 verandert haar persoonlijke zoektocht in engagement: ‘Ik zag de enorme nood. Meer dan veertien eeuwen intellectuele, spirituele, wetenschappelijke en artistieke ontwikkeling werden te vaak gereduceerd tot geweld en terrorisme. Door een boek te schrijven en naar voren te treden probeer ik mensen daarvan bewust te maken, zodat ze niet in die val trappen.’

Samen met Faker Korchane, een Tunesische filosofieleraar, richt ze de moskee Fatima op. Zij is Berbers, hij Arabisch. Zij is soefi, hij moetaziliet. Hun moskee is open voor iedereen, al is het tegenwoordig virtueel. De moskee heeft nog geen fysiek onderkomen gevonden. ‘In tegenstelling tot bijna alle andere moskeeën worden we niet gefinancierd vanuit het buitenland. Zodra je gefinancierd wordt, ben je verplicht het discours te volgen dat zij kiezen. Wij vertrokken vanuit het principe dat we een Franse islam wilden bevorderen. Dat stelt ons natuurlijk voor de contradictie van de Franse staat, die enerzijds een Franse islam wil, maar anderzijds er niet de middelen tegenover stelt.’

Met een recente wet wil de Franse regering zulke financiering aan banden leggen. Het is maar één puntje van een dik pakket aan maatregelen tegen islamitisch separatisme en radicalisering, een controversiële wet die president Emmanuel Macron wereldwijd felle kritiek opleverde. Ook Bahloul stelt er zich vragen bij. ‘Telkens wanneer er iets gebeurt, doet de overheid beroep op wetten. In sommige gevallen kan dat nuttig zijn, maar nu zadelen ze ons op met een resem aan regeltjes en we vragen ons af of het wel zoden aan de dijk brengt. Het terrorisme blijft duren. We moeten niet denken dat een paar wetten daar iets aan zullen veranderen.’

Geschiedenis van religieus denken

Volgens Bahloul ligt de oplossing op lange termijn in het onderwijs. ‘We moeten de geschiedenis van het religieuze denken onderwijzen, niet alleen van de islam, maar van alle religies en hun interacties. Daar is nu jammer genoeg een enorme leegte. Jonge moslims in Europa, en vooral in Frankrijk, weten daar niets van. Dat creëert een leegte die wordt ingenomen door politieke ideologieën.’

Ook de Franse laïcité wijst ze met de vinger: ‘Hoewel het doel daarvan is om een neutrale staat te hebben en niet om elke religieuze uiting in de openbare ruimte te verbieden, ervaren veel jonge moslims laïciteit als een aanval op hun geloof. Ze plooien zich terug op zichzelf en zijn vatbaarder voor extremistische en fundamentalistische stromingen. Dat komt door een wederzijds onbegrip en gebrek aan communicatie. Ook sociale media dragen fel bij aan die polarisering. We kunnen er niet de tijd nemen om na te denken. We geven gewoon een duimpje omhoog of omlaag. Dat helpt niet om mensen op een serene manier met elkaar te laten communiceren.’

Met haar discours en Mon islam, ma liberté wil de eerste imame van Frankrijk haar geloof weer opeisen, ‘nadat we er decennialang van bestolen zijn geweest door fundamentalisten die zich positioneren als de enige eigenaar ervan. Het lijkt tegenwoordig paradoxaal om islam en vrijheid met elkaar te associëren, door het beeld dat sommigen van de islam geven, met name van de plaats van de vrouw binnen het geloof. Mijn weg doorheen de spiritualiteit van de moslim heeft mij in staat gesteld om mezelf te bevrijden. Hetzelfde hoop ik nu ook voor de islam.’


Mon Islam, ma Liberté