Postactieven PXL

The Hill We Climb

Amanda Gorman, jeugddichter des vaderlands
20 januari 2021

Amanda Gorman

Als de dag aanbreekt, vragen we ons af
waar we licht kunnen vinden in deze schaduwplek zonder einde?

Het verlies dat we dragen, een zee die we moeten doorwaden.
We hebben de muil van het beest getrotseerd.

We hebben geleerd dat stilte niet altijd vrede is,
en de normen en opvattingen van wat 'rechtvaardig' is,
is niet altijd gerechtigheid.

En toch is de dageraad bij ons voordat we het wisten.

Op de een of andere manier doen we het.
Op de een of andere manier hebben we het doorstaan
en zijn we getuige geweest van een natie die niet gebroken is,
maar alleen maar onaf.

Wij, de troonopvolgers van een land en een tijd
waarin een zwart meisje, vel over been, dat afstamt van slaven
en opgevoed is door een alleenstaande moeder,
ervan kan dromen om president te worden,
en dan vaststelt dat ze mag voorlezen voor eentje.

En ja, we zijn verre van volmaakt, verre van smetteloos,
en toch streven we ernaar een unie te vormen die volmaakt is.
Vastberaden streven we ernaar een unie te smeden.
Om een land op te bouwen dat alle culturen toegewijd is,
kleuren, aard en gesteldheid van de alle mensen.

En dus richten we onze blik niet op wat tussen ons staat,
maar op wat vóór ons staat.

We hechten de scheidslijn omdat we weten dat,
om onze toekomst te laten voorgaan,
wij eerst onze verschillen opzij moeten zetten.

We laten onze armen zakken
zodat we de armen naar elkaar kunnen uitstrekken.

We streven schade na voor niemand
en goede verstandhouding voor allen.

Laat de wereld blijven verkondigen dat dit waar is:
Dat we zelfs toen we treurden, groeiden.
Dat we hoopten, zelfs toen het pijn deed.
Dat zelfs als we moe waren, we ons uitsloofden.
Dat we voor altijd met elkaar verbonden zullen zijn, zegevierend.
Niet omdat we nooit meer een nederlaag zullen kennen,
maar omdat we nooit meer verdeeldheid zullen zaaien.

De Bijbel zegt ons dat we ons voor de geest moeten halen
hoe iedereen onder zijn eigen wijnstok en vijgenboom zal zitten
en niemand iemand bang zal maken.

Als we aan de verwachtingen van deze tijd willen beantwoorden,
dan ligt de overwinning niet in de kling,
maar in al de bruggen die we hebben gebouwd.

Dat is het uitzicht uit het moeras,
de heuvel die we beklimmen,
als we maar durven.

Het is omdat Amerikaan-zijn meer is dan fierheid die ons erfdeel is.
Het is het verleden waar we instappen
en hoe we dat hernieuwen.

We hebben een kracht aan het werk gezien
die onze natie wou ontredderen eerder dan er ons deelgenoot van te maken.
Een kracht die ons land zou ruineren als we met democratie zouden talmen.

Die poging is bijna gelukt.
Maar al kan democratie tijdelijk worden opgehouden,
ze kan nooit definitief worden verslagen.

In deze waarheid, in die overtuiging, vertrouwen we,
want terwijl we onze blik gericht hebben op de toekomst,
heeft de geschiedenis haar ogen op ons gericht.
Dit is het tijdperk van rechtmatige bevrijding.

Aanvankelijk vervulde het ons met vrees.
We voelden ons niet klaar om de erven te zijn van zo'n angstaanjagend uur,
maar net daarin vonden we de kracht
om een hoofdstuk te schrijven,
om onszelf hoop en welbehagen te bieden.

Dus terwijl we ons ooit afvroegen:
‘Hoe is het mogelijk om ooit de overhand te krijgen op de catastrofe?’
Verklaren we nu: ‘Hoe kan een catastrofe ons ooit overwinnen?’

We zullen niet terug marcheren naar wat was,
maar we gaan in de richting van wat zal zijn:
Een land dat gekwetst is maar gaaf,
goedgunstig maar doortastend,
vurig en vrij.

We zullen geen ommekeer maken
of worden tegengehouden door intimidatie,
omdat we weten dat onze dadeloosheid en sloomheid
het erfdeel zouden zijn voor de volgende generatie.
Onze blunders zouden hun lasten worden.
Maar één ding is zeker:
Als we barmhartigheid combineren met macht,
en macht met recht,
dan wordt liefde onze erfenis
en verandering ten goede het geboorterecht van onze kinderen.

Zo laten we een land achter dat beter is
dan het land dat ze ons hebben achtergelaten.

Met alle adem uit borst met medailles beladen
zullen we deze gewonde wereld doen verrijzen tot een wonderbaarlijke wereld.
We zullen opstaan vanuit de gouden heuvels van het westen.
We zullen opstaan uit het winderige noordoosten
waar onze voorvaderen een revolutie begonnen.
We zullen opstaan uit de meer-omrande steden van de staten in het middenwesten.
We zullen opstaan uit het zonovergoten zuiden.
We zullen heropbouwen,
We zullen verzoenen en genezen.

Van elke uithoek van onze natie,
Van elke straathoek die ons land wordt genoemd,
zullen onze mensen, divers en mooi, tevoorschijn komen,
toegetakeld en indrukwekkend.

Als de dag aanbreekt, stappen we uit de schaduw,
in vuur en vlam en niet bang.
De nieuwe dageraad komt tot ontplooiing als wij hem de vrije ruimte geven.

Want er is altijd licht,
als we maar dapper genoeg zijn om het te zien.
Als we maar dapper genoeg zijn om het te zijn.

Vertaling: Rudi Draye